Recept Indisch pasteitje, wel de allerlekkerste!

In Indonesië worden al eeuwen lang pasteitjes gebakken. Hier in Nederland is het eten van een Indisch pasteitje al jarenlang populair. Je kunt verschillende soorten Indische pasteitjes maken, aangezien je zelf kan bepalen met welke vulling je je Indisch pasteitje wilt vullen. Bovendien kun je de pasteitjes zowel koud en warm eten, waardoor het voor veel mensen de ideale Indische snack is. Daarnaast bestaan er zowel makkelijke als moeilijke varianten van het hapje Indisch pasteitje. Hieronder kun je een recept lezen van een makkelijke variant van het Indisch pasteitje. Het Indisch pasteitje kun je daarnaast ook voor een langere tijd bewaren. Het maken van het pasteitje hieronder kost ongeveer zo’n 45 minuten.

De ingrediënten om een indisch pasteitje te maken

Om een Indisch pasteitje te maken heb je verschillende ingrediënten nodig. De meeste ingrediënten kun je bij je lokale supermarkt halen. Op het moment dat jouw lokale supermarkt dit niet verkoopt, is het zeker aan te raden om naar een toko te gaan die wereldse gerechten en producten verkoopt. Hier vind je gegarandeerd alle ingrediënten voor een Indisch pasteitje.

• 350 gram rundergehakt
• 60 gram soe-oen
• 10 plakken bladerdeeg
• 1,5 sjalot
• 1,5 teen knoflook
• 1 runder bouillonblokje
• 1 ei
• 0,5 winterpeen
• 1 eetlepel bruine suiker
• 1 eetlepel ketjap manis
• 1 eetlepel sambal oelek
• 1 theelepel kurkuma
• 1 theelepel ketoembar

Met deze benodigdheden kun je tien indische pasteitjes maken. Wil je meer pasteitjes maken? Dan is het belangrijk dat je de nieuwe hoeveelheden uitrekent.

Stap 1: de oven voorverwarmen en pak de sjalotten en de knoflook erbij

Ten eerste is het ontzettend belangrijk dat je van tevoren de oven alvast voorverwarmd. Dit zal je namelijk in de toekomst wat tijd schelen omdat de oven nu al langzamerhand op de juiste temperatuur kan komen. Verwarm de oven daarom alvast voor op ongeveer 200 graden. Daarnaast is het belangrijk dat je alvast de 1,5 sjalot en de 1,5 knoflook teen fijn snijdt. Zorg ervoor dat je een pan bij de hand hebt, zodat je de sjalotten en de knoflooktenen alvast kunt fruiten voor een aantal minuten. Dit doe je door de pan op een laag vuurtje te zetten met een scheutje olie. Voeg bij deze olie de sjalotten en de knoflooktenen toe.

Stap 2: Sambal en het rundergehakt toevoegen

Nadat je de sjalotten en de knoflooktenen gefruit hebt, is het belangrijk om in ieder geval alvast wat sambal toe te voegen. Je voegt op dit moment al sambal toe zodat de smaak al wat pittiger en aantrekkelijker wordt. Wanneer je de sambal hebt toegevoegd, is het belangrijk dat je deze ook voor een paar minuten laat mee fruiten. Doe dit ongeveer 1 à 2 minuten. Nu is het de hoogste tijd om de 350 gram rundergehakt erbij te pakken. Voeg aan de sjalotten en de knoflooktenen 350 gram rundergehakt toe. Het is belangrijk dat je dit rundergehakt namelijk gaat rullen. Dit betekent dat je ervoor zorgt dat het vlees bruin wordt. Lukt dit niet? Dan kun je ook het gehakt verdelen en achtereenvolgens rullen.

Stap 3: Rasp de winterpeen en voeg dit toe

Nadat het gehakt goed gevuld is, is het belangrijk dat je deze pan voor een aantal minuten laat sudderen op een laag vuurtje. Op het moment dat deze pan suddert, heb jij je handen vrij om de winterpeen te raspen. Je mag er zelf voor kiezen in welke grootte je de winterpeen wilt raspen. In sommige gevallen houden mensen juist van grote stukken winterpeen, terwijl in andere gevallen mensen de winterpeen juist zo klein mogelijk raspen. Dit hangt natuurlijk helemaal van jouw eigen smaak af. Nadat je de halve winterpeen geraspt hebt, is het de hoogste tijd om deze winterpeen toe te voegen aan het mengsel van gehakt, sjalotten en knoflooktenen.

Stap 4: Voeg andere ingrediënten toe en begin met roeren

Nu is het tijd om je te focussen op de overgebleven ingrediënten. Je moet namelijk nadat je de winterpeen hebt toegevoegd, de andere ingrediënten toevoegen aan het mengsel. Het is dus belangrijk dat je 1 theelepel kurkuma, 1 theelepel ketoembar en 1 runderbouillonblokje toevoegt. Op het moment dat je deze drie ingrediënten hebt toegevoegd, is het jouw taak om dit goed te roeren door het mengsel van gehakt, sjalotten en knoflooktenen. Nadat je goed geroerd hebt, kun je de ketjap manis toevoegen in combinatie met de 1 eetlepel gula djawa. Ook nu is het belangrijk dat je weer alles goed door elkaar heen roert zodat het één geheel wordt. Je kunt de pan op een lager vuurtje zetten wanneer je klaar bent met roeren.

Stap 5: Week de soe-oen en ontdooi de plakken bladerdeeg

De pan staat nu op een laag vuurtje te sudderen. Nu is het belangrijk dat je de soe-oen erbij pakt. De soe-oen moet altijd een paar minuten weken. Op de verpakking van de soe-oen kun je precies lezen hoe lang de soe-oen moet werken om toegevoegd te worden aan het indisch pasteitje. Nadat de soen geweekt is, is het belangrijk dat je deze afspoelt onder koud water. Na het uitlekken van de soe-oen kun je het toevoegen aan het gehaktmengsel voor het indisch pasteitje. Zorg ervoor dat je na het weken van de soe-oen de plakken bladerdeeg laat ontdooien. Nu ben je aangekomen bij de laatste stap voor het maken van een heerlijk indisch pasteitje.

Stap 6: Een ronde vorm maken in het bladerdeeg en de oven in

Nadat de plakken bladerdeeg ontdooid zijn, is het tijd om met een kommetje of een koekjesvorm de bladerdeeg uit te snijden in een ronde vorm. Deze ronde vorm kun je vervolgens vullen met het mengsel die je in stap 2 tot en met stap 5 hebt gemaakt. Vouw het bladerdeeg vervolgens dicht en zorg ervoor dat je met een vork de uiteinden goed dicht duwt. Hierdoor kan er geen gehaktmengsel uit de pasteitjes vallen. Pak het ei erbij en klop het eitje los in een kommetje. Met dit ei-mengsel bestrijk je vervolgens de Indische pasteitjes. Vervolgens kun je de pasteitjes in de voorverwarmde oven doen. Na zo’n 20 minuten zijn de pasteitjes klaar om gegeten te worden.